Zonnepanelen recyclen
Zonnepanelen kunnen gerecycled worden als ze zijn beschadigd en daardoor niet meer werken of als ze aan het eind van hun technische of economische levensduur zijn gekomen. Door deze recycling is het mogelijk om tot wel 90% van de materialen die in zonnepanelen verwerkt zijn terug te winnen en geschikt te maken voor hergebruik. Zonnepanelen bevatten een aantal materialen waaronder silicium, zilver en aluminium.
Richtlijn Europese Unie
De EU heeft een richtlijn voorgeschreven waarin staat dat per februari 2014 de lidstaten verplicht zijn zonnepanelen te recyclen. Per die datum zijn niet alleen producenten, maar ook handelaren en leveranciers verplicht om zonnepanelen te verzamelen en te vervoeren naar een recyclepunt.
Verandering van materiaal
Het is dus al mogelijk om zonnepanelen te recyclen, maar Amerikaanse onderzoekers zijn nog een stapje verder gegaan, zij ontwikkelden een recyclebaar zonnepaneel. De belangrijkste vernieuwingen die hierbij zijn toegepast zijn het gebruik van een organische halfgeleider en een ander materiaal voor het omhulsel van het zonnepaneel (ook wel substraat genoemd). De organische halfgeleider heeft de rol van energie produceren. Bij traditionele zonnepanelen wordt silicium gebruikt als energie producerend bestandsdeel. Het voordeel van een organische halfgeleider is dat het goedkoper is en hernieuwbaar. Het nadeel is echter dat het rendement nog erg laag is, maar daar wordt door de onderzoekers nog hard aan gewerkt. Voor het substraat is door de onderzoekers een materiaal ontwikkeld dat gelijke lichtdoorlatende eigenschappen heeft als het glas dat normaal gebruikt wordt voor het omhulsel van het zonnepaneel. Dit materiaal is, anders dan glas, makkelijk te recyclen en is gebaseerd op cellulose, een veel voorkomende stof in planten. Het nanomateriaal is oplosbaar in water op kamertemperatuur. Zo komen de diverse onderdelen los en zijn ze makkelijk te recyclen.
Rendement
De huidige commerciële zonnepanelen hebben een van gemiddeld 15 procent. De zonnepanelen waar de onderzoekers aan werken hebben slechts een rendement van 2,7 procent. Het verhogen van dit rendement is dan ook de volgende fase in dit project.